Het Groot Dictee der Nederlandse taal kennen we misschien allemaal wel, maar vrijdagavond is het tijd voor het enige dictee dat er in Breda toe doet: het Grôôt Kielegats Dikteej. Dit jaar vindt het dictee mét publiek plaats bij Kbs Petrus & Paulus, de oude basisschool van niemand minder dan Prins Arie. Ronald Vermeulen en Kees Stallen hebben het dictee geschreven. Het Bredaos kent voor dit duo weinig geheimen.
De oudere Bredanaar kent vast de ‘Paoters’ Terrepetijn en Sjaggerijn (Theo Melis en Theo Borghouts) nog wel. Op ludieke wijze gaven zij in het verleden les in het Bredaos. Volgens Ronald Vermeulen begon dat met een burgemeester die het dialect probeerde te spreken: “Toen hebben ze gezegd, dat is geen Bredaos. We zullen die burgemeester wel eens een lesje leren.”
En van dat ene lesje kwam het tot een boek: Eej Kul. “Dat gaf een beetje uiting aan hoe dat Bredaos in elkaar zat”, vertelt Vermeulen. In het boek werd het dialect vastgelegd op papier. Maar het bleef niet bij één boek. Ook Twee Kul en de Eej Kul Omnieboes verschenen van de hand van beide Theo’s.”
Niet uit een boekje
Toch is het dialect volgens collega-schrijver van het dictee Kees Stallen niet iets dat je zomaar uit een boekje kunt leren. Je kreeg het vroeger vanuit huis mee. Ook op scholen werd vaak in dialect met elkaar gesproken. Dat zie je nu niet meer. “Het heeft toch iets dat niet bij studie of aanzien hoort, denk ik. En dat vind ik jammer. Als echte Bredanaar zeg ik ‘Jongens, verloochen je jeugd en je verleden niet’. Maar ik denk dat je vroeger nooit meer terugkrijgt.”
Toch is het jaarlijkse Dikteej een mooie manier om het Bredaos onder de aandacht te brengen. Vermeulen merkt dat het dialect vooral tijdens carnaval gebezigd wordt. Het spreken lukt dan voor veel mensen nog, maar het schrijven is dan toch wat lastiger. “Schrijf je werkt als werrukt of werrekt? Dialect is vaak een klanknabootsing, dat zie je in deze boekjes ook”, weet Vermeulen.
11 zinnen
Het Dikteej start vrijdagavond om 20:11u en wordt gepresenteerd door Ronald Vermeulen en journalist Jaqcues Hendriks. “Ronald en ik hebben geprobeerd om 11 originele zinnen te maken en we hebben wat teksten voor tussendoor”, verklapt Stallen alvast. “Wat wij in ieder geval vinden, is dat de mensen een plezierige avond moeten hebben.” De Dikteej-schrijver is zelf ook aanwezig, maar presenteert niet en doet logischerwijs ook niet mee aan het dictee. “Ik ga wel aan de bar zitten, wat moet ik anders doen?”, besluit Stallen met een knipoog.