Breda is stadspark rijker: Ruwe diamant waar nog aan geslepen moet worden

Het nieuwste stadspark van Breda is afgelopen zondag feestelijk geopend. Op ’t Zoet, het terrein van de voormalige suikerfabriek kunnen Bredanaars voortaan vertoeven in het nieuwe park. Maar wie een tweede Park Valkenberg voor zich ziet, moet de verwachtingen nog even bijstellen.

Het nieuwe park is vanaf nu elke vrijdag, zaterdag en zondag tussen twee en zes uur ’s middags te bezoeken. In deze twaalf uur per week kunnen de inwoners een idee krijgen van wat het terrein kan gaan worden. De gemeente, samen met de provincie eigenaar van het terrein, wil het gebied ontwikkelen tot een ‘hoogstedelijk en internationaal georiënteerd gebied’. Een heel nieuw Bredaas stadsdeel.

Maar voor het zover is, zijn we mogelijk wel tientallen jaren verder, weet ook wethouder Daan Quaars (VVD). “De visie is nu vastgesteld, over hoe we dit gebied in eerste instantie zouden kunnen inrichten. Die gaan we binnenkort met de gemeenteraad bespreken. En dan gaan we met z’n allen kijken hoe we het zo concreet mogelijk kunnen maken.”

Tijdelijke invulling

Tot het zover is, wordt er gekeken naar een tijdelijke invulling van het terrein. Voor die invulling konden inwoners de afgelopen tijd hun ideeën insturen. Een jury koos er twee uit: een beweegpark en een plan voor ‘Suikerklontjes’, tijdelijke units op het terrein van waaruit verschillende organisaties te werk kunnen gaan. Het idee kwam uit de koker van Fenne Verhoeven en Tim van den Burg.

“Het kan zijn dat je het als hubje of kantoortje gebruikt”, licht Van den Burg het idee toe. “Maar er kan natuurlijk ook een sap-of saladbar in. Eigenlijk moet alles kunnen. We hopen zo snel mogelijk op te schalen, maar in ieder geval te beginnen met twee of drie ‘klontjes’. En als er veel belangstelling is, kunnen er volgend jaar 20 staan.”

‘Toendra’

Naast een groen deel is het terrein vooral grijs en leeg. En als het aan de wethouder ligt, nemen we daar in ieder geval zo snel mogelijk afscheid van. Ook al laat de definitieve invulling nog even op zich wachten. Quaars: “Wat ik vooral heel tof vind, is dat we samen met de provincie en het Waterschap eindelijk iets gaan doen. Als je hier met de trein binnenkomt, ik noem het altijd maar ‘die toendra’, dan zie je die letters staan: ‘Ik ga via Breda’. En volgens mij moeten we er alle energie instoppen om ervoor te zorgen: ‘Ik blijf in Breda’.”