De gemeente Breda moet ervoor zorgen dat er vanaf maart 2023 meer opvangplekken zijn voor Oekraïense vluchtelingen, asielzoekers en statushouders. Volgens burgemeester Paul Depla is dat nodig om te voldoen aan de zogenaamde taakstelling. Dat is de verwachting van het Rijk over het aantal opvangplaatsen dat in een gemeente beschikbaar is.
Onlangs maakten het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Justitie en Veiligheid bekend dat zij verwachten dat er volgend jaar meer opvangplekken nodig zullen zijn.
Aan de ene kant zou dat komen omdat er na de coronapandemie steeds minder reisbeperkingen zijn. Aan de andere kant loopt de wachttijd bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) steeds verder op. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) komt uit op 61.200 opvangplekken die in 2023 nodig zijn. Dit jaar zijn dat er nog 41.000.
Omgerekend naar Breda gaat het om 200 extra plekken voor Oekraïense vluchtelingen (huidig aantal 427), 603 plaatsen voor asielzoekers (nu 364) en 440 plekken voor statushouders (nu 230, maar dat aantal heeft Breda dit jaar niet gehaald).
Tijdelijke woningen
De burgemeester schrijft dat er stappen gemaakt moeten worden om ervoor te zorgen dat niet alle sociale huurwoningen komend jaar aan statushouders worden toegewezen. De gemeente liet eerder al weten dat er zo’n 750 tijdelijke woningen bijgebouwd worden. Daarvan is één derde deel bedoeld voor statushouders en de rest voor andere woningzoekenden.
Ook kijkt de gemeente naar samenwerking met andere gemeenten in de regio. “Daarbij kunnen sommige gemeenten een stap vooruit zetten op de asiel-opgave, terwijl andere gemeenten de opgave voor statushouders mogelijk maken”, schrijft Depla in zijn brief.