De komende maanden gaat de gemeente Breda testen uitvoeren op bedrijventerrein Hazeldonk met drones zonder dat er een piloot in de buurt is. Dit wordt gedaan om te kijken of het kan ingezet worden om bijvoorbeeld criminelen op te sporen. Vrijdagmiddag werd in het Stadskantoor een demonstratie gegeven.
Voor de testen met drones ‘Beyond Visual Line Of Sight’, oftewel het vliegen met een drone zonder dat de piloot zicht heeft op de drone zelf, heeft Breda een vergunning gekregen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Normaal gesproken is het vliegen met een drone buiten het zicht van de piloot streng verboden. De komende tijd zullen er testvluchten plaatsen vinden, zogenoemde ‘missies’.
“Daar gaan we van leren, want dat hoort bij innovatie”, licht wethouder Carla Kranenborg-Van Eerd (VVD) toe. “Dat gaan we bijvoorbeeld doen op het gebied van wegdekinspectie, surveillance en zwerfvuil. Op al deze elementen gaan we kijken of we de drone kunnen inzetten, om in de toekomst ons beleid daar verder op te ontwikkelen.” Bij deze test wordt één drone gebruikt door meerdere organisaties, zoals politie en organisaties voor weg- en terreinonderhoud.
Kwetsbaar gebied
Er wordt onderzoek gedaan naar het monitoren van wegdekslijtage, het opsporen van zwerfvuil of surveilleren. Cranenborg-Van Eerd geeft tijdens de presentatie aan dit de onderwerpen zijn waar nu de focus op ligt. De gemeente kiest voor Hazeldonk, onder andere omdat het als grensgebied kwetsbaar is voor criminele activiteiten.
Aan de testen zit ook een juridische kant. De drones mogen niet alles zomaar filmen vanwege privacywetgeving. Ook mag er als bijvoorbeeld een drone een misdrijf vastlegt terwijl het bezig is met het opsporen van zwerfafval wel melding van worden gemaakt maar niks mee gedaan worden qua bewijsmateriaal in de rechtbank.
De testen lopen, afhankelijk van het weer, tot eind november. In die tijd wordt er gekeken of alles technische haalbaar is. Dan wordt de mogelijkheid om op andere bedrijventerreinen te testen onderzocht Volgens de wethouder zal de Bredanaar er voorlopig nog niets van merken.