In Nederland zijn zo'n 1300 tot 1700 onopgeloste moorden en vermissingen, zogenaamde Cold Cases. In het stadhuis van Breda werd afgelopen zaterdag Cold Case dag gehouden, een bijeenkomst met nabestaanden, politici en experts. Het werd een middag met veel emoties en een voorstel voor nieuw, landelijk beleid ten aanzien van het omgaan met Cold Cases.
Vorig jaar werd de eerste Cold Case dag in Groningen georganiseerd. Dit jaar was Breda gastheer. Burgemeester Depla stelde het stadhuis op de Grote Markt beschikbaar en heette alle nabestaanden welkom in de Trouwzaal, de plek waar normaal gesproken tranen van vreugde vloeien. Veel van deze achtergebleven familieleden voeren een jarenlange strijd om meer te weten te komen over hetgeen er met hun geliefde is gebeurd. Het lukt maar niet om dichter bij de waarheid te komen, wat ontzettend frustreert.
‘Samen ten strijde’
Wicky van der Meys is één van die nabestaanden, of mede-slachtoffers. Haar vader werd in 2002 voor zijn huis vermoord, toen hij ’s avonds laat zijn hondje uitliet. Dader en motief zijn nog steeds onbekend. Nu, ruim 20 jaar later, is Van der Meys één van de initiatiefnemers van de Cold Case dag in Breda. “Cold Case dag is al ontstaan in 2018. Er is toen een petitie met de naam ‘Meer dan 1000 moorden vragen om een oplossing’ naar Den Haag gestuurd. Twee jaar geleden is er een platform opgericht met de naam ‘Cold Case, Never give up’. Dit platform is inmiddels onderdeel van de FNG (Federatie Nabestaanden Geweldslachtoffers). Wat we nu doen, daar hadden we in 2018 nog niet van durven dromen. Dat we samen met de politiek ten strijde trekken, dat we een plan van aanpak hebben, dat er aandacht blijft voor onopgeloste moorden en vermissingen.”
Wat haaks staat op de roep om meer aandacht voor Cold Cases is het voorstel van minister Van Weel (Justitie en Veiligheid). Hij wil politiearchieven ouder dan 5 jaar laten vernietigen. “Dat is echt een drama”, zegt Van der Meys. “De wet politiegegevens staat voor 5 jaar en nu is er een lobby vanuit de politiek om de gegevens daarna te vernietigen. Maar dat kan gewoon niet. Stel dat er dna wordt gevonden op een plaats delict, maar dat er ook bewijs is dat de verdachte in de omgeving van die plaats was, bijvoorbeeld doordat hij daar een parkeerboete heeft opgelopen. Staat zo’n verdachte voor de rechter dan is juist het bewijs van zo’n parkeerboete cruciaal om deze dader achter de tralies te krijgen.”
Nieuw plan
Prof. dr. Anthony Pemberton vertelt in zijn lezing over het maatschappelijk narratief: In crimi’s en thrillers gaat het altijd over de schurk en de speurneus, nooit over de nabestaanden. Als de dader op het einde is gepakt, suggereert dit dat het verhaal goed is afgelopen. Van der Meys: “Er zijn in Nederland duizenden mensen die nabestaande zijn van een Cold Case of een vermissing. Deze mensen zijn lamgeslagen door het missen van aandacht voor hun zaak. Ze proberen hun leven op te pakken en door te gaan, maar ze lopen met een zwaar litteken rond. En voor deze mensen pleiten wij ook dat er structurele hulp komt. Hulp die bijvoorbeeld ook daders van een moord in de gevangenis krijgen.”
De hoeveelheid opgeloste Cold Cases lijkt laag te liggen. Dat beseft ook Van der Meys: “Een paar ja, twee per jaar, geloof ik. Men spreekt over 6 procent maar volgens mij is het percentage veel lager.” Veel zaken worden niet opgelost door een gebrek aan capaciteit bij de recherche, maar zeker ook door de versnipperde aanpak van Cold Cases: Iedere politie-eenheid heeft zijn eigen aanpak, zijn eigen database en maakt eigen keuzes. Kamerlid Songül Mutluer (GroenLinks-PvdA) presenteerde samen met de FNG een plan. De belangrijkste onderdelen hierin zijn een centrale aanpak en een landelijke database. Hierdoor kunnen de meest kansrijke zaken worden opgepakt en kunnen nabestaanden wellicht vaker duidelijkheid krijgen.
Applaus
De Cold Case dag werd afgesloten met 5 stellingen waarop een panel met de experts en de aanwezige nabestaanden konden reageren. Een reactie van Kelly de Vries, directeur van de Peter R. de Vries Foundation (en dochter van), maakte de meeste indruk en leverde dan ook een luid applaus op: “Er is geen herstel voor de nabestaanden. De pijn gaat nooit meer weg. Wat je als nabestaande moet doen is gebruik maken van de steunpilaren in je omgeving, om zo goed mogelijk om te gaan met de pijn.”