Wat Bredase en Tilburgse coffeeshopbezoekers in de afgelopen maanden al konden, geldt vanaf maandag ook voor een aantal andere steden. De wietproef is namelijk een nieuwe fase in gegaan, waardoor het experiment met legaal geteelde wiet nu in tien gemeenten loopt.
Het idee achter de proef, dat officieel het ‘experiment gesloten coffeeshopketen’ heet, draait om het legaal kunnen telen van wiet voor de verkoop in coffeeshops. Op dit moment is de teelt namelijk nog illegaal. Daardoor mogen coffeeshops eigenlijk niet de producten inkopen die ze volgens het gedoogbeleid wél mogen verkopen. Om aan die constructie een einde te maken, wordt er bij de wietproef gewerkt met een gecontroleerd systeem. Geselecteerde telers krijgen een vergunning om de wiet te telen en te leveren aan de coffeeshops.
Uitbreiding
Breda en Tilburg mochten in december vorig jaar samen alvast beginnen met de proef. Het doel daarvan was om te kijken tegen welke problemen de telers en coffeeshops aan zouden lopen bij de verkoop van de legaal geteelde wiet. Zo bleek na een maand dat de klanten over het algemeen wel tevreden waren over de legale wiet. Wel was er een probleem met de maximale hoeveelheid die coffeeshophouders op voorraad mochten hebben. De afgesproken 500 gram was te weinig. Daarom werd na ongeveer twee maanden besloten dat coffeeshops een handelsvoorraad van een week aan mochten houden.
Overigens is niet iedereen blij met de wietproef. In maart werd er in de Tweede Kamer zelfs een motie ingediend om de proef op pauze te zetten. De beslissing om het experiment voort te zetten, zou volgens de motie overgelaten moeten worden aan het nieuwe kabinet. Burgemeester Paul Depla sprong toen voor het experiment in de bres en noemde het ‘onbestaanbaar’ als de wietproef zou worden gepauzeerd.
De gemeenten die nu aan de proef worden toegevoegd, zijn Nijmegen, Arnhem, Groningen, Almere, Heerlen, Maastricht, Voorn aan Zee en Zaanstad. Daarbij geldt dat er eerst een overgangsperiode komt om de legale voorraad geleidelijk in te voeren.
